Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit 2013 tonen

Vooroordelen en veroordelingen want mijn kind is Zwarte Piet

Er is geen houden aan, mijn jongste zoon zal en moet als Zwarte Piet verkleed naar school. Hij is 8 jaar maar nog trouw een gelovige aanhanger, weliswaar kritisch maar nog heilig gelovend aan de échte Sinterklaas. Eigenlijk is hij al te lang volgeling van de goedheiligman. Van een mede-ouder op de tennisvereniging hoorde ik al dat haar, jongere, kinderen niet meer geloven. Gisteren heeft hij van zijn zakgeld zelf zwarte schmink gekocht en wilde ook nog een Zwarte Pietenpak aanschaffen waar wij, zijn ouders, hem van afhielden. “Misschien krijg je wel een pakje in je schoen.” Zo haalden wij hem over van de aankoop af te zien. Heimelijk hadden we al een kleurig pakje aangeschaft.  Het begin van deze ochtend was magisch… Onze zoon stormde de slaapkamer in, “Papa, mama, kom gauw, Sinterklaas is langs geweest en ik heb een groot cadeau.” 7:07 uur, en ik sliep zo lekker. Een briefje in zijn schoen: “Lieve …, groetjes, Luister Piet.” En het cadeau werd al voordat het papier eraf was ge

Marinevormingen in de bossen

De Koninklijke Marine is een onderdeel van de Nederlandse krijgsmacht dat een groot aantal nationale maritieme taken heeft en zich inzet voor veiligheid op- en vanuit zee. In de jaren 1946 tot 1978 worden marinemannen militair opgeleid op een plek ver van het open water. Voormalige burgers worden omgevormd tot soldaten in het Marine Opleidingskamp Hilversum (MOKH). In de nabij gelegen bossen ondergaan de nieuwe militairen hun Eerste Militaire Vorming (EMV), zoals dat in die dagen heet. In deze landomgeving heersen marineroutines, ware men op zee. Er is zelfs een boot, van beton… Het kamp Voor een groot deel is het MOKH opgezet door de Duitse bezetter, zij hebben het grootste deel van de gebouwen neergezet. Na de Tweede Wereldoorlog wordt het complex functioneel door de marine overgenomen. Naast andere opleidingen, vindt hier de militaire vorming voor de nieuwkomers plaats. De meesten van hen arriveren op het station Hollandsche Rading bij Loosdrecht vanwaar zij met een marinebu

De Poort tot de Vloot

In de dorpskern van de gemeente Voorschoten bevindt zich een straat met een in Nederland unieke naam, namelijk, de Koninklijke Marinelaan. Anno 2013 herinnert zich maar weinig in deze doorsnee-straat aan het marineverleden. En dat terwijl voor vele duizenden marinemannen hier hun carrière bij dit onderdeel van de Nederlandse krijgsmacht begon. Aan deze straat lag namelijk het Marine Opkomstcentrum (MOC). Jongemannen die het avontuur wilde aangaan, werden hier gekeurd. Het terrein van het voormalige opkomstcentrum wordt in 1939 door het Rijk voor het leger gevorderd, dit in verband met de spanningen aan de oostgrens en de Nederlandse mobilisatie na de inval van nazi-Duitsland in Polen. Nadat Nederland de kortdurende en ongelijke strijd in 1940 tegen Duitsland opgeeft, wordt het terrein overgenomen door het Duitse leger, de Wehrmacht . De bezetters breiden het kamp uit en bouwen naast houten barakken het stenen hoofdgebouw dat dienst doet als keuken en kantine. Snel na de bevri

Amerikaanse- versus asielzoekerkinderen, tot nooit meer

‘Wie heeft er op meer dan twee scholen gezeten?’ Alle kinderen van de twee groepen steken hun hand omhoog. ‘Wie heeft er op meer dan drie scholen gezeten?’ Het leeuwendeel van de handen blijft omhoog. Zo ook bij vier. Bij vijf haakt een groot deel af maar lang niet allen. Zie hier een overeenkomst tussen een groep kinderen van 11 en 12 jaar van een asielzoekerscentrum (azc) en een internationale Amerikaanse school. Ze hebben op veel, te veel, verschillende scholen gezeten. Het blijkt slechts één van de weinige overeenkomsten te zijn. De activiteit in het kader van een uitwisselingsproject lijkt niet een groot succes te zijn. Of toch? Een leraar geschiedenis van de Amerikaanse school heeft het initiatief genomen om deze twee groepen leeftijdsgenoten met elkaar in aanraking te laten komen. Door verschillende activiteiten, die de uitnodigende groep organiseert, moeten de kinderen elkaar beter leren kennen. De leerlingen van de internationale school nodigen de asielkinderen voor de eers

Ik ben de nachtkanoër

Hé, psst, ja ik zie jullie wel ’s nacht. Regelmatig maak ik in de avonduren in mijn kano een tocht door de grachten en singels van Leiden. Eigenlijk ben ik de avondkanoër maar nachtkanoër klinkt beter. Hoe dan ook, vanaf het water is de stad en het doen en laten van haar inwoners zo mooi te observeren. Althans voordat ik in de meditatiemodus schiet. Zomaar een avond. Ja, ik zie jullie wel, studenten. Achter jullie kleine ramen en computers gedoken. Ook al is het voor sommigen moeilijk te geloven, veel studenten studeren ook echt in Leiden. Maar ik zie jullie ook op de bruggen staan en op de stadsbankjes zitten. En bij het verborgen bankje dat opeens opdoemt bij de Webster University. Jullie weten soms niet wat jullie zien als ik voorbij kom, ingepakt om me te beschermen tegen de vorst. Soms lachen jullie me uit, omdat jullie in een groep acteren maar alleen en in kleine groepjes kijken jullie me zwijgend en meestal vriendelijk aan. En natuurlijk zie ik jullie in de smerige en klei

Over de Iraanse christen die islamitisch begraven werd

Tot mijn grote schrik, reageert mijn agnostische ‘ik’ nogal furieus op nieuwsberichten   waarin ik lees dat de christelijke Iraniër Mostafa Talaie na te zijn vermoord, een islamitische begrafenis krijgt. Nadat Mostafa na 13 jaar eindelijk een verblijfsvergunning krijgt en mogelijk een periode van rust tegemoet zou kunnen gaan zien, wordt hij vermoord. Als ultieme wrange natrap, wordt hij op Islamitische wijze begraven. Dat verdiende hij niet en dat wilde hij niet. Allereerst, ik ken Mostafa niet. Echter ik werk al jaren met asielzoekers en heb onderzoek gedaan naar Iraanse bekeerlingen in Nederland. Het hieronder volgende verhaal is weliswaar fictief maar zou de onfortuinlijke bekeerling zomaar overkomen kunnen zijn. Wanneer ik de plank missla ten aanzien van zijn persoonlijke relaas, dan is het in ieder geval een gemiddeld representatief beeld van een grote groep Iraniërs in Nederland (en de westerse wereld). Mostafa heeft in Teheran gestudeerd maar vindt niet een bijpassende baa

Parallelle Wereld, Marinevliegkamp Valkenburg, 1966

Zoals vaak, ga ik vandaag naar mijn werk, althans mijn werkomgeving. Ik werk namelijk niet. Dat wil zeggen, ik werk aan mijn boek en daarom ben ik hier op mijn vrije dag. Samen met een oud-collega van mijn vader, bezoek ik voormalig Marinevliegkamp Valkenburg . Het zal een ervaring worden die ik niet anders kan omschrijven als dat van een parallelle wereld. Mijn huidige baan bij het asielzoekerscentrum, mijn verleden en de overblijfselen van het marinekamp lopen dwars door elkaar heen. Het stormt en het giet. Mijn minst favoriete weertype. Ik haal Jan op uit Leiderdorp maar hem maakt het weer helemaal niets uit. We rijden de route die hij jarenlang heeft genomen, startpunt: Leiderdorp, eindpunt: Valkenburg. Door een deel van het marinekamp loopt, altijd al, een doorgaande openbare weg, die van Katwijk naar Wassenaar. Daar begint de tour. Rechts waar de oude watertoren in duinen staat was vroeger de schietbaan, geleid door een marinier. En waar nu het hondendagverblijf is, was

Dood. Ik ben getraumatiseerd. Leef!

Dit jaar is het dertien jaar geleden. Dit jaar is het dertien jaar geleden dat mijn vader stierf. In een relatief klein Christelijk ziekenhuis in Leiden. Alvleesklierkanker! Hij stierf een verschrikkelijke dood. En dat kan ik niet vergeten. Ik zie er zeer tegen op dit stuk te gaan schrijven. Ik voel het in mijn maag, mijn hart klopt sneller en een algeheel duister gevoel overvalt me. Een gevoel dat ik in het dagelijkse leven goed kan wegstoppen, onderdrukken. Soms gaan de sluisdeuren open en is er geen houden aan. Dan bonken spookbeelden uit het ‘jubeljaar’ 2000 op de onder spanning staande deuren. Ze gaan open. Begin 2000 was ik met mijn vader in Nepal, we liepen ruim drie weken door de bergen in een kleine expeditie. Pa liep als een kieviet, zoals altijd. Of toch niet? De alvleesklierkanker knaagde al als een dodelijk monster aan zijn schijnbaar goede gezondheid. Achteraf vraag ik me dan ook af of hij wel zo gezond was. Ik haalde hem regelmatig in, na een dag was hij moe, gi