Het is december. Wij, autochtonen, zijn nauwelijks
christen meer, of religieus. En toch zijn we fanatiek op zoek aan welk goed
doel we kunnen doneren. Het is dus de mens eigen. Echter, geld doneren is passé,
zooo 2011. Het is helemaal hip, dat was het al maar is het nu nog meer, om
voedselproducten te doneren aan de voedselbank. Eigenlijk word ik er helemaal
niet goed van. Ik vraag me af of ik wel kan uitleggen waarom ik tabak heb van
die hele voedselbank want het is een nobel doel dat ze nastreven. Toch!?
De kerk is echter wel op zoek naar een causale
uitwerking van het fenomeen voedselbank dat leidt tot nieuwe kerkgangers. De
kerk moet goede werken afleveren, dat is één van haar opdrachten. In een tijd
van ontkerkelijking worden alle initiatieven die een groepje mensen de kerk in
kan lokken met beide armen aangegrepen. Asielzoekers zijn in de winter, vanwege
de kou, altijd een hot en gewild item maar ook de voedselbanken.
Ondertussen bestaat de voedselbank in Nederland al weer 10 jaar. En dat voor een organisatie die bij de oprichting zoveel kritiek over zich heen kreeg! Nu lijkt het merendeel van de mensen er mee weg te lopen. De voedselbank werd bij de oprichting maar een paar jaar gegeven. Maar het aantal klanten neemt nog steeds toe. Door de crisis! Of door het aanbod?
Irritatie 1
– Inbreuk in mijn dagelijks leven
Terwijl ik wacht tot de deuren opengaan van het
theaterzaaltje van het monumentale Scheltema Complex in Leiden, kijk ik
verlekkerd naar het pak hagelslag (van de Ruijter) op de antieke handkar. Mijn
favoriete merk én soort broodbeleg. Natuurlijk kan ik het niet meenemen, het is
immers bedoeld voor de armen in Leiden. Althans volgens PS|theater dat het
toneelstuk Ons Aller Ziel opvoert. De publieke media besteed namelijk eind
november, begin december een weekje aandacht aan de armoede in Nederland. De
theatergroep vraagt bezoekers voedingsproducten mee te nemen naar de
voorstelling. De buit ligt tentoongesteld op de kar vlak rechts van mij. Toekomstig
doel: De voedselbank.
Op de website van de school van mijn kinderen,
plaats van handeling is wederom Leiden, zie ik eveneens een oproep tot donaties
voor de lokale voedselbank. De inzameling gaat plaatsvinden op 7 januari en in
de oproep wordt een appèl gedaan op producten die zijn overgebleven na de
kerstdiners. Mijn pure hagelslag van de Ruijter zal zeker niet zijn weg naar de
school vinden, tenzij mijn kinderen mij kunnen overreden.
En deze week lees ik op het intranet van mijn
werkgever dat een collega, elders in het land, de oproep heeft geplaatst om het
kerstpakket, heel origineel, te doneren aan een lokale voedselbank. Hij sleept
er ook de ‘kerstgedachte’ bij. Je mag ook andere producten schenken als je
gehecht bent aan je kerstpakket, aldus het nog nobeler karakter van deze nobele
oproep.
Bij deze laatste oproep begint de irritatie jegens
de (onbekende) collega maar vooral de voedselbank ernstige vormen aan te nemen.
Ik reageer via hetzelfde medium en stel dat zijn oproep weliswaar edelmoedig is
maar echt niet nodig. De voedselbank in mijn woonplaats Leiden krijgt in de
decembermaand te veel producten binnen. Het gevolg van mijn antwoord is dat er
een kleine discussie ontstaat tussen vooral voor- en tegenstanders van het
voedselbankprincipe. Ik begin me al haast weer schuldig te voelen en denk aan
mijn kinderen. Als die met zulk soort ideeën rondlopen, kap ik het ook niet
(direct) af maar stimuleer ik ze juist. De contextuele uitleg volgt later wel.
Deze arme collega, kap ik wel af. Maar, hij is volwassen. En hij heeft veel
medestanders.
Die voedselbank is mij dus hinderlijk in mijn
dagelijks leven aan het achtervolgen. Ik ga het irritatiegevoel van me
afschrijven. Bij deze.
Irritatie 2
– Voorbijgeschoten doel
Moeder Theresa zei ooit: ‘Wat me het meest ergert, is niet dat er rijken en armen bestaan, het is
de verspilling.’ Zo luidt de terechtwijzende spreuk op de nationale website
van de voedselbank. Nu weet ik van een bron nabij de voedselbank dat er vooral
in de decembermaand heel veel wordt gedoneerd en dat de daar werkende
vrijwilligers sommige producten gewoonweg niet aan de man kunnen krijgen. Zo was
er vorig jaar een overdaad aan banketstaven en chocoladeletters in het Leidse.
Ze werden aan werkelijk iedereen, dus mensen buiten de clientèle van de
voedselbank, weggegeven. De combinatie van de Moeder Theresa-spreuk en de
overdaad aan producten bij de voedselbank, irriteert me.
In onze consumptiemaatschappij waar we inderdaad
veel etenswaar verspillen, daar heeft de voedselbank zeker een punt, hebben we
gelukkig een maand waarin we ons schuldgevoel kunnen weggeven. Naast Serious
Request kun je dus ook doneren aan de voedselbank en dat gebeurt dan ook, op
grote schaal. Zo leert een snel onderzoekje op internet mij het volgende.
Op zaterdag 22 december tussen 10:00 – 16:00 uur, zamelt
het CDA in Leiden boodschappen in voor de Voedselbank bij de Digros aan de
Langegracht.
De leden van Rotary Club Voorschoten-Leidschendam
staan zaterdag 15 december van 8.00 - 20.00 uur bij Hoogvliet aan de
Veurseweg/Papelaan in Voorschoten. Ze verzamelen producten voor de Voedselbank.
Oproepen en artikelen van en over de Rotary Club worden trouwens tot vervelens
aan toe, te vaak op het Internet gepost.
De voedselbank in Leiden krijgt in december
overschotten van lokale banken die weer een surplus hebben vanwege initiatieven
aldaar, zoals in de Bollenstreek.
Bij een Leidse Albert Heijn XL, staan in deze
periode dagelijks vrijwilligers van de voedselbank post te vatten en krijgt de
boodschappende klant een briefje mee met daarop de meest noodzakelijke producten
die binnen aangeschaft dienen te worden.
Notabene op de website (www.voedselbankennederland.nl)
van de voedselbank Nederland, een organisatie die geen commerciële activiteiten
mag ontplooien, is de volgende oproep geplaatst. ‘JP & The Seeger Session Band vraagt bezoekers van haar Crisis Cure
Tour om voedselpakketten mee te nemen naar het theater. De pakketten zullen in
de foyer worden ingezameld door medewerkers van de plaatselijke Voedselbank. Op
deze wijze wil de band een bijdrage leveren aan het ledigen van de ergste nood
tijdens de huidige crisis.’ Vervolgens volgt een gratis stuk reclame met
een beschrijving van de band.
Oproepen tot donaties worden ook gedaan in het
Leidsch Dagblad, op Twitter en Facebook. Bij die laatste twee vormen van social
media, is goed in te schatten hoeveel er nu binnenkomt. Lokale voedselbanken en
overige initiatieven zijn namelijk erg trots op behaalde successen. Dat wordt
dus geplaatst op hun accounts.
En dan zijn er nog de door mij aan den lijve
ondervonden acties.
Het houdt niet op. Zo valt ook af te leiden uit de
volgende websitetekst: 'De
Voedselbank Leiden is de afgelopen weken overspoeld met levensmiddelen voor
haar circa 650 klanten. Burgers, bedrijven, scholen, kerken,
kinderdagverblijven, politieke partijen, heel veel mensen hebben aan de
Voedselbank gedacht. Hartverwarmend!!
Hierbij willen we alvast iedereen die iets heeft gegeven van harte bedanken.’ Dat
is een duidelijke tekst.
In dit onderzoekje beperk ik me tot een paar
landelijke en regionale, Leidse voorbeelden maar nationaal kun je spreken over
bergen gedoneerde voedingsproducten. Doneren is niet eens meer het juiste
woord, je wordt soms expliciet gevraagd om producten te kopen. En dat irriteert
me het meest. De voedselbank is in wezen een recycleorganisatie. Voedingswaren
van supermarkten die op de nominatie staan gedumpt te worden krijgen een nieuwe
bestemming, namelijk mensen die het echt nodig hebben. Met de minimum
uitkeringen waar je in Nederland recht op hebt, denk ik dat het om een zeer klein
groepje mensen gaat die echt heel veel pech heeft. Door de actieve, uitdijende
organisatie maken tegenwoordig steeds meer mensen gebruik van het voedselaanbod,
mensen vaak die niet zo slim met hun geld zijn omgegaan. Het is dan ook
verleidelijk geworden om wel die nieuwe TV te kopen en het eten bij de
voedselbank op te halen. Schulden worden immers bij de voedselbank als vaste
lasten beschouwd. Indien je ook na die aftrekpost te weinig inkomen hebt,
volgens voedselbanknorm, mag je regelmatig een kratje eten ophalen. Achteloosheid,
onnadenkendheid, nonchalance liggen binnen huishoudelijke kringen op de loer.
Misbruik eveneens. Hmmm, ik weet dat sommige mensen nu boos worden. Het is
slechts mijn bescheiden mening.
Irritatie 3
– Heilig Huisje
Als je kritiek uit op de voedselbank, krijg je als
snoerhard weerwoord te horen dat verborgen armoede wel degelijk bestaat. Vaak
wordt geïnsinueerd dat je niet genoeg op de hoogte bent van het verschijnsel armoede.
Ik ben het eens, laat ik in godsnaam de terminologie overnemen, dat er wel
degelijk armoede is in Nederland. Bij mij wekt het zinsdeel ‘wel degelijk’ de
connotatie op dat we aan het zoeken zijn armoede, we willen armoede, we hebben
armoede nodig, zeker in december. Heilige maand. ‘Het is een schande dat er armoede in Nederland bestaat. In Nederland
zou dat niet moeten.’ Deze laatste aanvullingen versterken mijn vermoedens
alleen maar. In deze heilige decembermaand voelen veel mensen zich zelf een
beetje heilig.
Mijn aanvulling op de discussie is dat echte
honger in Nederland niet bestaat. Uitgemergelde mensen of kinderen met
oedeembuikjes zie je hier in de regel niet en als je al een lopend lijk ziet,
is het wellicht iemand die aan een schrijnend probleem lijdt als anorexia,
drugsmisbruik of een psychiatrische aandoening.
Het streven van de voedselbank is om armen die
niet voldoende inkomen hebben van eten te voorzien. Op alle informatiebronnen
van de voedselbanken is te lezen dat het aantal klanten toeneemt maar dat de
inkomsten minder zijn geworden. Logisch, als je meer voedselbanken opent, hou
je naar rato minder over. En waarom neemt die klantenkring nu toe? ‘Door de crisis,’ is het meest gehoorde
antwoord. Wellicht heeft het toenemende aanbod ook een bepalende vinger in de
pap bij beantwoording van de vraag. Het is een kapitalistisch mechanisme,
stijgt het aanbod, dan stijgt ook de consumptie. De voedselbank komt niet voor
niets uit Amerika.
Irritatie 4
– Misplaatste profilering notabelen
De organisatie moet ook groeien want er zijn nogal
wat mensen gebaat bij het voortbestaan van het instituut.
De Leidse voedselbank heeft een heus ‘Comité van Aanbeveling’,
lees ik op de website. Hoe moeilijk is het nastreven van dit doel eigenlijk? Heb
je er een burgermeester, een hoogleraar of een lokale politicus voor nodig? Het
antwoord is natuurlijk, ‘nee’. Het feit dat Rene Froger, die veel geld heeft
verdiend met zijn media-aandacht aan Nederlandse armoede, ambassadeur van de
voedselbank is, vind ik veel logischer, in vergelijking met de bovenstaande
personages.
Als ik de Leidse tekst goed lees en zie wie de
leden zijn, bekruipt mij het irritatiegevoel dat het hip is om verbonden te
zijn aan de voedselbank. En het lidmaatschap kan erg handig zijn. De leden van
het comité staan, natuurlijk, achter het werk van de Voedselbank Leiden en
omstreken. Maar ze toetsen niet zelf of een potentiële klant voldoet aan het
besteedbare minimum inkomen (ik krijg signalen door dat dat vaak niet eens gebeurt
omdat er toch voldoende producten zijn), ze nemen ook niet de donaties in
ontvangst, bedanken vervolgens ook niet iedere keer hartelijk de donateurs, ze
sorteren niet, maken geen pakketten en overhandigen niet iedere week de
pakketten aan de cliënten. Nee, ze staan figuurlijk achter het werk. Ook
belangrijk. In tijden dat het ze wel uitkomt, kunnen deze lokale notabelen, een
plaatselijk persmomentje snel organiseren. Letterlijk achter de zaak staan.
Foto’s van medewerkers die dozen met gratis voedsel
uitdelen aan de arme medemens doen het erg goed in Nederland. Laat staan dat
het een lokale beroemdheid is die onhandig maar vol overgave De Doos aan een
Arme overhandigt.
Maar ook onbekende initiatiefnemers laten zich voor
en door lokale media en vooral op social media, graag vastleggen. Het liefst in
gemakkelijk zittende kleding, terwijl ze druk maar vol enthousiasme in de weer
zijn met dozen, karren en de ingezamelde producten. Vanzelfsprekend wordt de
bij elkaar gescharrelde buit vol trots tijdens een fotomoment getoond.
Irritatie 5
– Christelijke belangen
De alliantie tussen het christelijke geloof en de
voedselband is hecht. Dat was al zo bij de oprichting van de eerste voedselbank
in de Verenigde Staten van Amerika. In Matthëus 25:35 is te lezen, ‘Ik had honger en gij hebt Mij te eten
gegeven, Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven…’. De afgeleide
eerste en tweede van de zeven werken van barmhartigheid zijn, de hongerigen
spijzen en de dorstigen laven. Nogmaals, het causaal verband tussen armoede en
honger bestaat in Nederland niet of nauwelijks.
Een aantal uitgiftepunten in de Leidse regio is gelokaliseerd
in één of ander kerkgebouw. Dat is wel zo handig. Immers, de eerste twee werken
van de geestelijke werken van barmhartigheid zijn, de zondaars vermanen en de
onwetende onderrichten. Na het ‘spijzen en laven’, het ophalen van de pakketten
dus, is er in de meeste kerken immers tijd voor een kopje koffie en een
‘praatje.’ De kerk voelt zich bedreigd, door de Islam, afvalligen, ongelovigen,
homoseksuelen, heavy metal, etc. Als je dus de voedselbanken inpandig hebt,
komen potentiële bekeerlingen gewoon naar jou toe. Vanuit de optiek van de
kerken bezien, hebben ze natuurlijk gelijk dat ze zich redelijk massaal
aansluiten bij de voedselbank. Het principe is een zegen voor de kerk, een
handvat om het imago weer eens wat op te poetsen. Wellicht een laatste strohalm
om de Nederlandse kerk uit het dal te trekken?
Binnenlandse bekeringsdrang neemt de afgelopen
jaren stevig toe. Als asielzoekers, psychisch verwarden, verslaafden en/of
daklozen bij diverse Leidse kerken een diner of lunch aangeboden krijgen, wordt
er eerst gebeden en dan pas gegeten. Irritant. Food for Thought. Vervolgens maakt de kerk zich in positieve zin
wel schuldig aan het verrichten van goede werken.
Finale
irritatieOndertussen bestaat de voedselbank in Nederland al weer 10 jaar. En dat voor een organisatie die bij de oprichting zoveel kritiek over zich heen kreeg! Nu lijkt het merendeel van de mensen er mee weg te lopen. De voedselbank werd bij de oprichting maar een paar jaar gegeven. Maar het aantal klanten neemt nog steeds toe. Door de crisis! Of door het aanbod?
In onze alsmaar seculierer wordende samenleving
vinden veel mensen het toch belangrijk om snel aan het einde van het jaar, in
de maand dat Jezus Christus een aantal jaar na het christelijke jaar 0, is
geboren, één of meerdere goede doelen uit te kiezen. Serious Request, erg
mediageniek, is dan natuurlijk even numero
uno maar daarachter dingt de voedselbank wellicht naar de tweede plaats. In
ieder geval in december. Heilige, nobele maand. Zucht.
Misschien dat ik op 7 januari toch wat producten
uit het kerstpakket meeneem naar school. Dat is eigenlijk wel handig want dan
ben ik meteen van al die nutteloze conservenblikjes en potjes af die in de weg
staan in mijn te kleine provisiekast. Hou ik dan het fenomeen voedselbank in
stand? En de gekunstelde causale hongerige armen? Jawel. Maar die privéoverschotten
in dat kleine kastje irriteren me ook. Dus, weg ermee!
De Voedselbank. Irritant, overbodig maar gewenst.
Een win-win-situatie?
Hoi Peter,
BeantwoordenVerwijderenIk kom graag even met je in contact over de blog. Wil je me je nummer mailen? saskia.van.huijgevoort@eenvandaag.nl.
Gr
Saskia