Leerlingen wel-en-vooral-wee

Twee maal per week komen mijn leerlingen het klaslokaal binnenlopen om zich in te spannen de Nederlandse taal machtig te worden. Dat is moeilijk voor ze maar ze zijn erg gemotiveerd. Allen hebben een verblijfsvergunning en werken aan hun toekomst in Nederland. Op die bewuste ochtenden druipen ze één voor één binnen. Ik heet ze welkom en bied ze een kopje koffie of thee aan. De radio staat nog even aan. Dan begint de les. Sommigen spreken ondertussen al een aardig mondje Nederlands en kunnen de zaken die hen bezighouden al goed verwoorden.

 Hallo Hassan, goedemorgen. Hoe gaat het?

- Het gaat goed.
Heb je een goed weekend gehad?
- Ik ben gisteren (maandag) naar de IND  geweest voor gezinshereniging.
Oh, je vraagt een gezinshereniging aan voor je vrouw en kinderen. Dat is goed nieuws. Wanneer komen ze naar Nederland?
- Misschien nog deze maand.
Dat is snel.
- Mijn zoontje heeft kanker. Vandaag begint zijn chemobehandeling. Ik kan niet naar Syrië dat is te duur.
- Hoe duur is een ticket?
Meer dan 500 euro en dat heb ik niet meer. Ik ben vorige maand naar Syrië geweest maar kreeg op het vliegveld in Damascus geen visum.

 (Een nieuwe deelnemer)

Hoe heet je?
- Ik heet Claudia.
Waar kom je vandaag?
- Ik kom uit Angola.
Ben je getrouwd?
- Nee mijn man is dood. Dood hier in Nederland in een ander azc.
Hoe lang ben je al in Nederland?
- Ik ben hier al negen jaar!

 Goedemorgen Gloria. Hoe gaat het nu met je?

- Het gaat wel. De baby is te vroeg geboren en werd pas over twee maanden verwacht.
Nu moet ik naar de dokter. Ik heb vorig jaar een miskraam gehad. Nu moet ik iedere dag naar het ziekenhuis om de baby te voeden. Sorry dat ik niet naar de les kon komen. Ik kom even gedag zeggen maar kan bijna niet lopen.
Je hoeft geen sorry te zeggen. Veel sterkte de komende tijd.

 (Samira zit in haar rolstoel die voor de deur van het lokaal in een donkere gang staat. Gelukkig ben ik aan de vroege kant.)

Hallo Samira, wat doe jij hier nu?
- Hemen moest op tijd op school zijn en Maria kon mij vandaag niet duwen, daarom ben ik vroeg met Hemen gekomen.
Wil je koffie?
- Ja graag.
Eindelijk bijna verhuist. Eindelijk naar je eigen huis. Is het een goed huis?
- Ja het is een goed huis voor mij en mijn zoon. Mijn rolstoel past goed in het huis. Maar na twee jaar wonen op het azc gaat Hemen wel zijn vriendjes hier op school missen. Nu moet hij weer opnieuw beginnen.

(Later als Hemen zijn moeder komt ophalen om weer naar de kamer te rijden.)

Hallo Hemen. Hoe gaat het?
- Het gaat goed meester.
Hoe vind je het dat je bijna gaat verhuizen?
- Goed.
Ga je mensen missen van het azc?
- Ja, ik ga mijn vrienden van school en van het azc missen.
Heb je zin om naar je nieuwe school te gaan?
- Ik vind het wel eng. Misschien praten ze niet met mij omdat ik niet goed Nederlands spreek.
Onzin, je spreekt heel goed Nederlands dus dat zal wel goed gaan.
- Krijg je nog een afscheidsfeestje morgen op school?
Dat weet ik niet.

Hallo Racielle, gaat het goed?

- Ja maar met mijn ex-man niet.
Hij zit nu in detentie omdat hij moet terugkeren naar Kongo.
- En jouw vier kinderen dan? Die wonen toch bij je?
Ja, maar zij hebben géén verblijfsvergunning. Ik probeer dat nu met mijn advocaat te regelen maar ik heb 1200 euro nodig voor legeskosten.
- Pfoe, dat is veel.
Ja…
Ik weet niet of mijn kinderen in Nederland mogen blijven.

Goedemorgen Hassan,

- Goedemorgen teacher.
Ik heb jou al een tijdje niet meer gezien.
- Nee, Ali kreeg opeens een zenuwinzinking. Ik heb hem moeten helpen. Hij was voor een deel verlamd.
Oh wat erg. Gaat het nu beter?
- Ja, het gaat weer een beetje beter.
En waar is Maria? Die is ook al lang niet meer geweest.
- Zij is gewoon lui!